Yes! Ik heb €1.000 euro gespaard. Nu kan ik eindelijk die nieuwe laptop kopen/op vakantie gaan/heel erg luxe uit eten trakteren. Allemaal zaken die je met €1.000 kan kopen. Maar heb jij ook wel eens anders tegen geld aangekeken?
Tijd is geld
Een welbekend gezegde: tijd is geld. Als er in een project vertraging is, dan loopt de rekening ondertussen op. Elke dag dat het langer duurt, kost het meer. Tijd is geld. Maar, als tijd geld is, is geld ook tijd. Wiskundig zou ik hem zo noteren: (geld = tijd) = (tijd = geld). Alleen velen zien het niet zo. Vandaag eens een uitdieping van deze gedachtespinsels.
1 uur werken = €10
Laten we het simpel houden: voor elk uur werk ontvang je €10. Gemiddeld telt een maand 172 werkuren, dus dat betekend dat je maandelijks €1.720 ontvangt voor een maand werken. Ik geloof ondertussen ook wel dat je ongeveer dat bedrag nodig hebt om een maand te kunnen leven. Denk daarbij aan vaste lasten, boodschappen en andere uitgaven. Heb je nu op een gegeven moment €1.720 gespaard, zou je technisch gezien die maand ook niet hoeven werken om te kunnen leven. Je levert daarmee die €1.720 ‘in’, maar krijgt daar weer 172 uur tijd voor terug. Je bent tenslotte die maand ‘vrij’.
Ik ben het je verschuldigd
Eigenlijk is geld dus simpelweg schuldpapier. Voor die €10 betaal je met één uur werk. Stel de glazenwasser komt en je moet €10 betalen, dan kost die wasbeurt dus één uur van jouw tijd. Wellicht dat het jou ook één uur had gekost als je het zelf moest doen. Dat die glazenwasser het in 15 minuten kan, is voor hem het voordeel. Komt er een klusjesman een uurtje voor €60, dan heeft dat jou dus 6 uur werken gekost. Zonde van jouw tijd? Misschien… Maar stel dat jij eerst de vaardigheden van de klusjesman aan moet leren, wat jou 10 uur kost, dan is het ‘goedkoper’ om de klusjesman te laten komen. Je betaalt de klusjesman tenslotte 6 van jouw ‘uren’.
Ruilmiddel (geld = tijd)
Geld is natuurlijk een ruilmiddel. Je ruilt tenslotte tijd voor geld en geld voor tijd. Er is alleen één heel groot verschil. Tijd is gelimiteerd. Er zit 168 uur in een week. Niet meer en niet minder. Je kan daarvan een deel werken, een deel ook niet. Geld daarentegen is een middel en daarmee niet gelimiteerd. Je kan het sparen en weer uitgeven. Je kan het lenen en uitlenen. Dat is met tijd niet mogelijk.
Stel dat je in een week 40 uur werkt, ontvang je daarvoor €400. Geef je er €300 uit, dan heb je eigenlijk 10 uur aan werk ‘gespaard’. Verdien je de week daarop hetzelfde, maar geef je €500 uit, geef je eigenlijk 50 uur werk uit. Netto kom je op 0 uit, maar het feit dat je er flexibel mee om kan gaan is een van de grote voordelen van geld.
Tijd investeren
Ga je iets nieuws leren, dan kost dat (natuurlijk) tijd. Maar stel nou dat jij bij het investeren “tijd = geld” aanhoudt. Dat betekend dat je bij een investering van €100, 10 uur van je tijd investeert. Gaat de investering mis, dan ben je €100 kwijt en heb je dus 10 uur voor niets gewerkt. Gaat het goed en verdien je er in een jaar €10 mee, dan heb je van 10 uur 11 uur gemaakt. Gek? Nee hoor. Als die klusjesman van €60 per uur had moeten komen voor twee uur, had je daar 12 uur voor moeten werken. Leer je het jezelf dezelfde vaardigheden aan en doe je over het eerste uur wel 10 uur, maar kan je het tweede uur in hetzelfde tempo als de klusjesman werken, dan heb je met een bepaalde investering tijd bespaard en daarmee geld bespaard. Je hoeft tenslotte maar 11 uur te werken in plaats van 12 uur.
Lukt het echter niet, dan verlies je de tijdsinvestering en moet je alsnog de klusjesman laten komen…
De limiet van tijd
En dan komt weer die limiet om de hoek zetten. Want er zitten maar 168 uren in een week. Je werkt er 40 en vervolgens ga je 11 uur werken om die klus te doen. Dat kan prima, maar gaat wel ten kostte van die 168 uur. In plaats dat je nog 128 uur over hebt om te rusten, leuke dingen te doen met je gezin etc, heb je nog maar 117 uur daarvoor.
Terwijl je met die geld investering van €100, opeens na een jaar 10 euro extra hebt, dus 1 uur minder hoeft te werken voor dezelfde inkomsten. Er is dus opeens een week in dat jaar dat je maar 39 uur zou hoeven werken en een uur langer leuke dingen kan doen 🙂
Rente op rente effect
Dat je met tijd bepaalde dingen aan kan leren is een gegeven. Stel je wordt net zo handig als de klusjesman. Daarvoor heb je eerst extra moeten werken, maar vervolgens kan je wel enorm goed klussen. Heel handig, maar daar eindigt wel het profijt. Want de besparing levert vervolgens niet een volgende besparing op. Met de tijd die je vervolgens overhoud, mag je namelijk bij alle andere vrienden en kennissen de handen uit de mouwen steken. Niet verkeerd, maar niet zo voordelig als bij geld. Daar heb je namelijk het rente op rente effect. Want stel, je hebt geen €100, maar €1.000 geïnvesteerd. Dan heb je in bovenstaande schets na een jaar €100 aan rendement verdiend. Het jaar daarop heb je dus €1.100 en krijg je opeens €110 aan rendement. En dat met exact dezelfde inspanning. Naarmate de tijd vordert, heb je er dus veel meer profijt van. Zolang je maar die initiële 100 gewerkte uren maar laat voor wat ze zijn en er niet aankomt.
Fictief, maar toch werkelijkheid
Natuurlijk is bovenstaand voorbeeld behoorlijk fictief. Je zal tenslotte bijna nooit exact €10 per uur netto verdienen. Daarnaast is €1.720 per maand misschien wel te weinig en een rendement van 10% op jaarbasis behoorlijk hoog. Maar het effect is hetzelfde. Door een deel van jou geld (dus gewerkte tijd) niet uit te geven, kan je daar geld mee verdienen. Doordat je er geld mee verdiend, hoef je minder te werken om dezelfde inkomsten te hebben als daarvoor. Je houdt dus ’tijd’ over. Technisch gezien kan je dus tijd verdienen door niet al je geld uit te geven.
Stoppen voor mijn vijftigste
Je ziet hem waarschijnlijk al aankomen: Dit is waar ik dus al jaren mee bezig ben. Geld opsparen en voor mij laten werken. Ondertussen zou ik al een paar uur per week minder kunnen werken door de verdiensten die ik heb uit mijn rendementen. Maar, door het rente op rente effect en het feit dat ik nog steeds 40 uur per week werk, worden die inkomsten elke maand hoger. Dat met het uiteindelijke doel om maandelijks genoeg rendement te hebben om de uitgaven van die maand te kunnen betalen.
Eigenlijk vrij simpel dus…
Even terug naar de inleiding
Nog even terug naar die €1.000 uit de inleiding. Natuurlijk mag je er trots op zijn dat je dat bedrag bij elkaar hebt gespaard. En natuurlijk moet je zeker ook af en toe dat geld uitgeven om er iets leuks mee te doen. Leven als een kluizenaar is echt niet mijn ding en ik doe ook graag in de kroeg een biertje. Maar denk er de volgende keer wel eens over na hoe lang je voor dat geld hebt moeten werken. Geef jij €1.000 aan een nieuwe telefoon, besef je dan dat je daar meer dan een halve maand voor hebt gewerkt, zonder dat je de vaste lasten en boodschappen hebt kunnen betalen. Het is daarbij ook helemaal niet erg om geld uit te geven, zolang je je er maar bewust van bent hoe lang je er voor hebt gewerkt en wat voor andere mogelijkheden jouw geld heeft!